Op niveau

23 december 2008

‘Hoe weet je of je kind op niveau zit?’

Het is meestal niet de eerste vraag die gesteld wordt (die gaat doorgaans namelijk over ‘het sociale’, waarvoor ik ter geruststelling ook onze pagina met uitjes bijhoud), maar hij staat wel in de top drie: ‘Hoe houd je bij of er geen hiaten ontstaan?’

Als je thuisonderwijs geeft, zijn er geweldig veel bronnen waaruit je kunt putten. Omdat ik merk dat het ontwikkelingsniveau van thuisonderwijskinderen vergeleken met dat van schoolkinderen nogal leeft, zal ik een paar van die bronnen prijsgeven. Omwille van de leesbaarheid beperk ik me tot het basisonderwijs en een klein aantal links.

Het basisschoolboek

Zo is daar het Basisschoolboek, een naslagwerk met de actuele leerstof die kinderen aan het eind van de basisschool idealiter gehad zouden moeten hebben. Gerangschikt per vak beslaat het alle kerndoelen van het primair onderwijs – van taal en rekenen tot aardrijkskunde en verkeer. Hier kun je voorbeeldpagina’s inzien.

Dan zijn er natuurlijk de kerndoelen zelf, de onderwijsdoelen waarnaar basisscholen moeten streven. Omdat deze vrij abstract en globaal zijn, bestaan er ook zogenaamde tussendoelen, concreet uitgewerkte suggesties voor het onderwijs.

Die tussendoelen staan hier. Onder het kopje ‘leerlijnen’ kun je de vakken Nederlands tot en met bewegingsonderwijs aanklikken, en per vak doorklikken naar ‘leerlijn’. Laat je vooral niet ontmoedigen door het massieve schema. Het zijn letterlijk streefdoelen; ik schreef al eerder dat wereldoriëntatie niet meetelt voor de citotoets. Bovendien lijken de doelen vaak ingewikkelder dan ze zijn. Soms zijn ze zo voordehandliggend, dat je er zelf niet opgekomen was er een kerndoel van te maken: een kind van zes jaar (eind groep 2) dient bijvoorbeeld te weten dat je een boek van voor naar achter leest, een bladzijde van boven naar beneden en dat er verschillende soorten boeken bestaan  (leerlijn 4). Ik wil maar zeggen: de angst voor hiaten hoeft niet te overheersen.

In sommige gevallen is het trouwens ook heel simpel om te zien waar je kind mee bezig is. Wanneer je bij het thuisonderwijs werkboeken gebruikt, voor rekenen bijvoorbeeld, dan staat het niveau gewoon op de omslag: boekje 2A, 2B enzovoorts. Weet je dus in welk leerjaar je kind bezig is.

Als je ervan houdt, kun je op deze site citotoetsen per vak vinden – linkerkolom bovenaan. Op dit gedeelte van de site staan nog veel meer oefentoetsen.

Voor een overzichtelijke opsomming per jaargroep en onderwerp kun je ook op deze site kijken. Je klikt op de groep waarin je kind zou zitten, vervolgens op het schoolvak en je ziet precies welke stof er in dat jaar op school aangeboden wordt. Vol oefeningen en niveautesten.

Speciaal voor het vak rekenen is er ook een site met de ondertitel ‘Wat je kind moet weten’. Deze staat hier en biedt, naast een overzicht per leerjaar, in de rechterkolom rekenmateriaal aan. Daar kun je bijvoorbeeld zien dat het rekenen in groep 3 beperkt blijft tot plus- en minsommen tot 10.mijn-kind-groep-4

De boekenreeks Mijn kind in groep… van ThiemeMeulenhoff geeft een globaal jaarbeeld van het hele schoolaanbod. Per groep (alleen voor de groepen 1, 2, 3, 4 en 8) is er een boek waarin wordt uitgelegd wat een kind op school zoal aangeboden krijgt.

De vraag is natuurlijk: hoe belangrijk is het dat je kind precies hetzelfde jaarschema aanhoudt als zijn schoolgaande leeftijdsgenoten? Is het nodig om je dochter in week 12 het woord neus te leren omdat haar vriendinnetje in groep 3 dat ook op dat moment leert? Of om de verkeersborden pas op haar negende uit te leggen, omdat dat volgens het schoolrooster zo past? Ook als ze er op haar vijfde al naar vraagt,  terwijl ze bij je achterop de fiets zit?

Al die ontwikkelingsoverzichten kunnen van pas komen, maar het mooie van thuisonderwijs is dat je zo flexibel kunt zijn, dat je dochter na neus meteen verder kan lezen als zij daar aan toe is. Op haar derde. Of op haar achtste. Maar niet per se in week 12 van groep 3. Wanneer je de achtergrondkennis zo kunt toepassen dat je kind floreert, denk ik dat niemand zich zorgen hoeft te maken over het niveau.